Krachtig herstel Nederlandse industrie zet door

Afbeeldingsresultaat voor grafiek stijgend

Ondanks de harde lockdowns in binnen- en buitenland zet het herstel van de industrie krachtig door. Zowel de productie als de vraag namen zoals verwacht verder toe. De NEVI Inkoopmanagersindex voor de Nederlandse industrie over januari steeg verder van 58,2 naar 58,8.

De productie nam toe in het hoogste tempo sinds september 2018 en ook de orderportefeuilles zijn verder toegenomen, wat een duidelijk teken is van gestage groei. Met de productie groeit ook de werkgelegenheid. Het aantal banen nam in januari voor de derde maand op rij toe. Uit cijfers van de Algemene Bond van Uitzenders (ABU) blijkt eveneens dat de flexibele schil weer wordt versterkt. Op het dieptepunt van de eerste lockdown, in april 2020, lag het aantal uitzenduren ruim 21 procent lager dan een jaar eerder. In december was de daling teruggedrongen tot zo’n 4 procent.

Nadat het eerste herstel sinds november vooral te danken was aan de sterk toegenomen vraag naar halffabricaten, liet in januari ook de vraag naar kapitaalgoederen een krachtig herstel zien. Dat blijkt eveneens uit cijfers over het producentenvertrouwen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Voor het eerst sinds het begin van de coronacrisis is het vertrouwen van industriële ondernemers per saldo weer nipt positief (0,6 procent). Het vertrouwen van de elektrotechnische en machine-industrie verbeterde ten opzichte van december het meest. Dat was vooral te danken aan het oordeel over de orderpositie, dat opveerde van per saldo -13,7 procent in december naar +7,2 procent in januari. De toenemende vraag naar machines duidt er vermoedelijk op dat ondernemers weer durven investeren doordat het eind van de crisis in zicht is.

Toch zijn er ook risico’s. Toeleveringsketens staan nog steeds onder druk door de nasleep van de chaotische situatie in het begin van de pandemie, de plotseling sterk stijgende vraag gedurende de laatste maanden en de reisbeperkingen en andere maatregelen tegen het coronavirus. Tijdens de eerste lockdown raakten veel ondernemingen in paniek en trapten inkoopmanagers op de rem, wat leidde tot zeer kleine voorraden. Nu de economische vooruitzichten zijn verbeterd, proberen bedrijven weer voorraden op te bouwen, wat leidt tot een sterke toename van de nieuwe orders. Dit zogenoemde Forrester- of bullwhip-effect veroorzaakt schokgolven door productieketens. Langere levertijden kunnen leiden tot tekorten aan bepaalde onderdelen, die de komende maanden de productie zouden kunnen remmen.

Daarnaast moeten ondernemers ervoor zorgen dat ze genoeg werkkapitaal hebben om grotere voorraden te kunnen financieren. Het afgelopen jaar hebben veel bedrijven verlies geleden, waardoor balansen zijn verzwakt. Sommige ondernemingen zullen extra kapitaal nodig hebben om de plotselinge groei aan te kunnen.